Dorn Methode
De basis van de Dorn methode is het corrigeren van beenlengte verschil. Bijna iedereen heeft beenlengte verschil. De benen zijn de steunpilaren van ons bekken. Als deze pilaren niet even lang zijn, staat ook het bekken scheef! Dit heeft zijn uitwerking op de wervelkolom met mogelijk pijn en bewegingsbeperking als gevolg.
Dit leidt vaak tot heiligbeenverschuivingen en chronische problemen zoals:
- Lage rugklachten
- Heupklachten
- Nekklachten
- Scoliose
- Kniepijn
- Voetproblemen
- Verzakkingen
- Darm- en blaasproblemen enz.
Dit beenlengte verschil hoeft niet altijd een anatomische oorzaak te hebben, maar ontstaat vaak doordat een gewricht langzaam uit elkaar schuift.
Meestal door:
- Teveel zitten
- Verkeerde houding
- Eenzijdige belasting
- Lang in de auto zitten enz.
Een verschil in beenlengte veroorzaakt namelijk een scheefstand van het bekken en zo’n scheefstand zal vroeg of laat ook een verschuiving binnen de wervelkolom geven. Dit verschil kan meestal met dorn-therapie effectief worden gecorrigeerd.
Daar waar in sommige therapievormen gekozen wordt voor het kunstmatig langer maken van het te korte been (hakverhoging), wordt in de Dorn methode gekozen voor het korter maken van het te lange been (terugdrukken in de heupkom).
Hoe werkt het?
De correcties die tijdens de therapie worden uitgevoerd, gebeuren altijd in beweging. De bewegingen (die je maakt tijdens de behandeling) houden de spieren bezig en ‘leiden ze af’. Op deze manier kunnen de spieren de correctie niet tegenwerken. In rust houden de spieren de wervel in zijn verkeerde positie vast en is een correctie alleen mogelijk tegen de weerstand bij de spieren in. Deze speciale manier van werken maakt Dorn therapie tot een milde behandelvorm.
Na de behandeling
Er kan na de behandeling een reactie optreden, zoals spierpijn.
Het is niet aan te raden kort na de behandeling zware lichamelijke inspanning te verrichten, omdat het lichaam zich aan moet passen aan de gewijzigde houding.
Bovendien worden er veel praktische zelfhulpoefeningen aan de cliënt meegegeven zodat de cliënt thuis actief en bewust mee kan werken aan een blijvend resultaat.
Dorn bij baby’s en kleine kinderen
Door de bevalling kan de wervelkolom of het bekken van het kindje wat scheef komen te staan. Door de Dorn-behandeling wordt de scheefstand gecorrigeerd en voelen de kinderen zich vaak beter en huilen minder.
Vaak is bij de hele kleintjes alleen het heupgewrichtje gesubluxeerd, wat heel gemakkelijk gecorrigeerd kan worden.
Ik leer dit aan de ouders in mijn praktijk, want thuis gekomen is het allemaal eng.
Soms kan hier een spreidbroekje mee voorkomen worden.
Om geen beenlengteverschil te veroorzaken bij het verluieren, tillen we het bekken iets omhoog met onze onderarm, halen de luier weg en schuiven er een schone onder.